MAN

 

Voortdurend worden we door Chubby op het verkeerde been gezet. Wij, als familie, krijgen via hem een leerzaam raadsel voorgeschoteld. 

 

Het is geen stier, het is geen paard en het is ook geen varken. Rara, wat is dat….?

Ik weet het niet, dus het is hoog tijd om weer eens poolshoogte te gaan nemen.

Op een zondag rijd ik met hen mee naar Rotterdam. Met A, E en Chubby. E rijdt ons naar huis en ik zit naast hem. Achterin moet Chubby voor de verandering de bank een keer delen met het vrouwtje. Hij staat uitgekakt naast haar, in de meest vreemde houdingen, gelaten voor zich uit te kijken. Achterstevoren, de kop opzij, schuin naar beneden of ondersteboven, de dopneus steunend tegen de bank. Hij drentelt wat naar links, hij gluurt eens naar rechts, hij begeeft zich even op schoot en er ook weer af. Het duurt lang voor hij zich eindelijk neervlijt en de ogen sluit. Moe van alle uitputtende klussen die hij dit weekend heeft moeten verrichten in het huis van de andere 'grootouders'. Terwijl hij daar weer eens opnieuw aan het wennen was, moest hij hoog nodig nog wat krassen maken op de houten vloer en zijn kleine - eveneens hondse - familielid de nodige poepjes laten ruiken, dan wel dwingend uit de weg wandelen. Er was natuurlijk achterstallig ook weer van alles kapot te knagen. En dit moest omlijst worden door opgetogen of juist intimiderend geblaf en geknor. Het valt voor een beetje buldog heus niet mee om daarna nog op de been te blijven. Een auto-slaapje dient zich aan. (‘Zzzzz, prrrr’).

Eenmaal thuis in Rotterdam is hij die avond verder vooral slaapwandelend aanwezig. Tenminste, nadat hij even druk is geweest met zijn grote groene kussen. Hij sleept het een tijdje heen en weer, om het dan duchtig op te schudden. Dit duurt net zo lang tot alles helemaal naar zijn zin is en hij iedereen overal in de gaten kan houden.
Ik mag ook weer meewandelen, in de motregen. Hij is heel gezeglijk. Misschien is hij nog  te moe om aan zijn riem te trekken? Wat gesnuffel en … daar gaat zijn poot omhoog! Hij kijkt naar ons achterom, mogelijk met triomfantelijke blik, (‘Zie, ik kan iets nieuws! Ik ben nu een echte man!’) maar ik kan me vergissen.
Na het eten zie ik hem ineens rustig naast de bank bij mijn knie staan, de vermoeide neus ditmaal door de tafel gestut. Tot mijn stomme verbazing valt hij hier in omgekeerde volgorde in slaap. Eerst begint hij rustig te snurken, dan vallen zijn ogen heel langzaam dicht en dan pas gaat hij door de knieën. 
Wel heb je ooit!


De andere dag blaakt hij weer van de energie. Hij doet al vroeg mee aan de ochtendgymnastiek. Dat wil zeggen, samen met het vrouwtje. Eerst kijkt hij een tijdje uitdrukkingsloos naar haar fitness-capriolen, terwijl ze languit op de grond ligt. Dan komt hij dichterbij om haar eens lekker te gaan storen. Hij buigt zich al snuffelend over haar heen en schudt zijn buldoggenkop met flapperende lippen. Uit het niets hapt hij in een blote teen, in een shirt, in een hand. Nee, het is niet kwaad bedoeld. Hij knort en snuift er vrolijk bij. En geeft niet op.
In Chubbytaal betekent dit: ‘Ik vind het leuk, ik bemoei me ermee. Snuif snuif, hap.’
Ja, het is waar, ‘de kleine’ wordt groot. Hij kan zich al best verstaanbaar maken.

Maar wat hij bedoelt, communiceert hij overwegend knorrend en snuivend. Want van zijn opgerolde inpandige ministaartje moet hij het niet hebben. Dat houdt zich noodgedwongen stil. Is hij blij, bang, boos of droevig? Zijn achterkant weet van niks.
Aan zijn taalgebruik en communicatievermogen valt dus nog het één en ander te verbeteren. En dan heb ik het niet over:
- ‘Snuf snuf knor: Ik wil dit ook, want het ruikt zo lekker.’
- ‘Knor spring waf: Ik moet nu heel erg nodig!’

- ‘Spring knor spring knor spring…… : Ik ben zo blij’
Nee, het gaat vooral om de volgende uiting:
- 'Ik ben een man en ik plas – tot mijn eigen grote verbazing -  opeens met mijn poot omhoog’.

Zoiets kan gemakkelijk ontaarden in vlagen van knor snuif hap waf in allerhande variaties, begeleid door aanhoudend enthousiast en wild springen, rennen en trekken.

 

Het is geen stier, het is geen paard en het is geen varken. Rara wat is dat .....?’

 

Pas als de wervelwind voorbij gewerveld is en de stofwolk weer opgetrokken, wordt het forse antwoord op dit raadsel zichtbaar. Daar staat inderdaad geen stier, ook geen paard en evenmin een varken. Daar staat wèl een snuivende, knorrende combinatie van doorzettingsvermogen en vasthoudendheid, met bijzondere ‘hengstkwaliteiten’, de staart gevangen in een onverbiddellijke krul.

Dat kan alleen maar Chubby zijn! De jonge hond en man-in-wording, die in gedrag, stem èn uiterlijk nietsvermoedend een komische combinatie is van stier, paard en varkentje.

 

En dat heeft hem de das omgedaan. In de vorm van een halskap. 

Hij is nu een ‘je-weet-wel-hond’. *

(De dierenarts woonde niet ver.)

 

 

----

5 juli 2015

 

 * Voor de jongere lezers:: Lees een stripboek van Jan Kruys: ‘Jan, Jans en de kinderen’.  Let goed op de oranje kater! En        daar is je uitleg.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb