2 TIJD EN WIJLE

 

Dit speelde zich allemaal af in een korte periode. En die periode is nu echt wel voorbij. Want dat is wat de tijd doet. Hij verloopt. 

 

Ach, kijk het beestje daar nou staan. Wat een ondeugd! Hij heeft geen benul van tijd en of iets lang of kort duurt. Het is toch geen mens! 

"Ze denken dat ik niet weet wat tijd is, maar mijn hondenhersentjes kunnen feilloos de tijd registreren, bijvoorbeeld als het baasje na zijn werk moet thuiskomen. Dan zit ik al knorrend klaar.  Maar verder zijn er niet veel andere zekerheden, ook al snuffel ik vasthoudend naar vaste punten in mijn dag. Elke dag verloopt anders hier, in ons Rotterdamse  appartement. Ik kan er geen touw aan vast knopen. Dan is er niemand. Dan is er iemand. Dan zijn we er alledrie. Dan ben ik weer alleen en lig te wachten op leven in de brouwerij. Ik ben een hond. Ik hou van gezelligheid.

Ik moet iets doen terwijl ik op mijn familie wacht, om mijzelf bezig te houden, om mijn tanden te scherpen, om te oefenen. Anders word ik droevig, moedeloos en lui. Gelukkig vind ik altijd wel een interessante bezigheid of een spannend ding. Niet mijn speelgoed, niet mijn piepkip of mijn dikke touw. Die spullen gebruik ik vooral om anderen te plezieren. Ik ben altijd op zoek naar een snipper, een stofje of een draadje. Ik ben opgetogen als ik een uitstekend puntje, hoekje, of randje vind. Eerst raak ik het voorzichtig aan met mijn buldoggenneus en ik wacht af of het iets terugdoet. Soms schrik ik enorm, als het beweegt, opvliegt, of wegrolt. Als het plotseling kraakt, bromt of piept, spring ik van schrik hoog in de lucht. Maar meestal doet het niets terug. Dan probeer ik eindeloos houvast te krijgen met mijn scherpe tanden, om het ding te overmeesteren, want ik moet in mijn eigen huis wel laten zien wie de baas is. En dat lukt heus, want ik heb tijd zat. Ik trek en duw en knaag en geef niet op. Het is gewoon instinct.
Trots op de geklaarde klus, lig ik na afloop uit te hijgen in de gang. Hèhè, tijd voor een brokje en een slokje. Ik krijg wel een beetje natte voeten, als ik per ongeluk door de druppels loop. Maar ik maak een mooi spoor door de gang. Dan wacht ik weer, met een luisterend oor omhoog.
Hij komt eraan..... ik hoor de lift…. ik hoor de sleutels rinkelen…. ik ben zo blij!!!! Ik hoor het geluid van de sleutel in het slot…. Ik ben zo blij!!!! De voordeur gaat open....
Daar is hij, mijn baasje. Niet mijn vader, want hij is geloof ik geen hond. We lijken maar een klein beetje op elkaar, ik weet niet hoe het zit. Het baasje is ook blij. Ik krijg aaien en klopjes en ik geef hem allemaal kussen en duwtjes. Ik knor en snuif vrolijk  en ik spring zo hoog als ik kan. Ik hoop wel dat we gauw naar buiten gaan, want ik moet heel nodig.
Opeens duwt hij mij weg en begint rare harde geluiden te maken. Ik zie dat hij naar mijn vakwerkje van vandaag kijkt. O o o, dat is niet goed. Ik heb het verknald. Ik maak me zo klein mogelijk en doe of mijn neus bloedt. Is het huis te klein? Ik gluur om een hoekje. 
Het vrouwtje klinkt anders dan het baasje. Als zij uit de lift komt, ben ik net zo blij en ik kwispel feestelijk met mijn inimini  staartje. Zij is volgens mij niet mijn moeder, want ik lijk helemaal niet op haar. Geknuffel en gekus bij binnenkomst en we praten tegen elkaar. Dat wil zeggen, ik knor en snuif en uit kleine blafjes en zij zegt lieve dingen terug. Ik voel me blij en licht.
Ik heb heel veel spijt als ze teleurgesteld in mij is en dat gebeurt vaak de laatste tijd. Haar stem wordt dan hard en schril en klinkt van laag naar hoog en weer terug en ze heeft het tegen mij! Als ze in de limonade stapt, die uit het opengeknaagde pakje is gelopen, weet ze meteen waar ik aan gewerkt heb. Om van mijn kapotgescheurde kussen, mijn kapotgeknaagde mand of het aangevreten bierkrat maar niet te spreken. laat staan van de kapotte gangmuur en het losgetrokken zeil in de keuken. Zo verandert de lichte sfeer en daalt loodzwaar op ons neer. Ze kan soms wel huilen met het stoffer en blik in haar hand en ik ook. Ik ben héél stout geweest, geloof ik.
Ze zou het liefst de snippers, spaanders en brokstukjes laten liggen voor het baasje, omdat ik nou eenmaal van hem ben. Maar het duurt lang, voor hij thuis komt.

Ze begrijpen het heus wel. Ze weten dat het niet mijn schuld is. Ik ben gewoon te lang alleen geweest en dat is héél zielig voor mij. Nu moest ik mezelf maar bezig houden. En straks moet ik - heel begrijpelijk - ook nog veel inhalen qua aandacht. Ze vinden me allebei reuzegrappig als ik het monster uithang en doe alsof ik hen op wil eten. Ik ga maar door en heb alweer de grootste lol. Maar na een tijdje zijn zij het spuugzat, want er zit geen uitknopje op mij.”


Hoe moet dit nou verder? 

- - - -

 

Nadat ik dit al eerder geschreven verhaal geplaatst had, wilde ik het toch een beetje updaten met wat filosofische opmerkingen over de tijd die voorbij gaat. Er waren wat dingen veranderd. Juist op dat moment kwam er een mailtje binnen van dochter A, die ieder nieuw verhaal over Chubby natuurlijk direct leest:

 'Chubby 2 is niet recent meer he mams. Onze bullenbaby is niet meer zooo stout! Haha’  

 Oei! Ik plaats hier dus zonder dralen mijn update:

 

Bovenstaande speelde zich allemaal af in een korte periode en die is nu echt wel voorbij. Want dat is wat de tijd doet. Hij verloopt. Scherpe kantjes slijten af. Kleine kinderen worden groot. 

Wat belangrijk was, verliest zijn belang. Wat overblijft is een glimlach. En een herinnering ..................

En een (bijna) volwassen Engelse Buldog om U tegen te zeggen!

 

----