11 SPELING

 

De reiger had het allemaal over zichzelf afgeroepen.
Hij stond in een kleine plas en strekte met spiedende blik zijn nek. Het stadse moerasje was half drooggevallen. Hij zette een langzame stap, die vol dreiging was. Zijn snavel pikte snel een onooglijk hapje uit de modder.
Waar waren alle kikkers eigenlijk gebleven? Ik hoorde er geen één. Maar dat zegt natuurlijk niets.
Ik dacht terug aan die keer in juni, toen ik - als ongenode gast - aan een seizoensgebonden kikkerfeest had willen deelnemen. Het uitbundige gekwaak stopte onmiddellijk bij mijn entree. Ik zag alleen nog één enkel plonskringetje in het water en hoorde toch nog één overmoedig kwaakje. Daarna werd het doodstil.
Nadat ik een hele tijd had gewacht, merkte ik dat in een verre uithoek van het moerasje het feest weer op gang kwam. Een besloten feest! ik was duidelijk niet welkom.
Maar het kan natuurlijk ook best dat de kikkergasten mij per abuis voor een reiger hadden aangezien. Ik, een dreigende aanwezigheid, met mijn spitse neus, mijn nieuwsgierig gestrekte nek, platvoeten en een sluipende gang. Geen kikker die het erop had willen wagen.
En waar waren de vissen heen met deze droogte? Iets verder op de lange loopbrug hadden zich een paar mannen met hengels geïnstalleerd. Dus het was duidelijk dat het voor de vissen geen eerlijke match zou worden, in dat laagstaande watertje.
De reiger verroerde zich niet. Ik zag het hem bijna denken: ‘Ergens moet er toch wel een lekker knapperig kikkertje verstopt zitten?’
Uit het niets ontstond plotseling iets. Ik zag een wirwar van snavel en breedbek, van poten en pootjes, tenen en vliezen en heel wat grijze veren. Een paar snelle reuzensprongen, een hint van bolle ogen en een malende brede bek. (Geen wonder dat ik even aan Chubby de buldog moest denken.) Luid smakkend verorberde de kikker zijn stakerige prooi. Na afloop sloot hij gelukzalig zijn bolle ogen en nam toen weer een reuzensprong en nog één, zo over het hoge riet, de hoge struiken en de bomen heen. Ik zag hem stuiterend steeds kleiner en kleiner worden, tot hij helemaal verdween aan de horizon. Verbouwereerd keek ik naar de eenzame reigerpoot, die langzaam wegzakte in de modder.

 

De reiger had het allemaal over zichzelf afgeroepen.

Een speling van de natuur.

 

 4 augustus 2015

 

 

---

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb