ZANDLOPER

Arnhem 1994

Na een week of drie vindt ze in een hoek van de gang, onder de kapstok, de zwarte weekendtas. Ze had die helemaal niet gemist. In de huiskamer hoort ze de kinderen door Bugs Bunny heen schreeuwen. Opa heeft de video weer aangezet. ‘Het regent, dus wat moet je anders?’ zal hij wel denken. Ze is al lang blij dat hij de kinderen even bezig houdt.
Ze brengt de tas naar de slaapkamer waar ze zolang mogen logeren. Ze hurkt en ritst hem open. Bovenop ligt een stapeltje Indonesische kinderboekjes. Ze legt die op het bed. Eronder liggen wat zomerse kinderkleren.
"Ach," zegt ze hardop," daar waren ze dus". En ze trekt een gymschoentje tussen de kleren vandaan. Er loopt zand uit, dat in een hoopje op de grijze vloerbedekking blijft liggen. Strandzand, een onverwachte herinnering aan hun allerlaatste bezoek aan Pangandaran een plaatsje aan zee in het zuiden van West Java,  waar haar vriendin W. nog steeds woonde.
"Zandloper." mompelt ze. "Onze tijd in Indonesië is voorbij".

Ze zit doodstil, nu dit helemaal tot haar doordringt. Beelden flitsen door haar heen en blijven elkaar opvolgen. Van hoe ze daar rondreisde en verliefd werd. Hoe ze emigreerde en trouwde met een Indonesische man. Hoe de jaren voorbijflitsten. Hoe ze twee keer een prachtig, gezond kind kreeg. Hoe blij en trots ze was. 

Problemen met R.

De drukte van de stad Bandung, de pasar, palmbomen, walmende minibusjes, vulkanen, rijstvelden. Problemen met R.

Toeristeninformatie in hun eigen hotelletje (losmen Sakadarna), Indonesisch Sundanees, Nederlands en Engels, nasi campur* en westerse salades. Problemen met R.

Een overlijden, verhuizingen, de scheiding, haar kampunghondje Goofy. Dan gaat de film in haar hoofd eindelijk langzamer draaien en blijft stilstaan bij een haarscherp beeld van drie weken geleden, van haarzelf met een bagagekar op Schiphol. Een kar boordevol tassen, koffers en kinderen. Vijf en twee jaar oud waren ze. Het paste nog net.
"Heee, opaaaa! Wat staat opa daar toch te wapperen, mama?"

Het Nederlandse woord 'zwaaien' had haar zoon nog niet geleerd, maar hij praatte Bahasa Indonesia als de beste. Het beeld van het emotionele weerzien met haar vader spoelt ze snel door. Dan gaat de film op normale snelheid verder. Ze ziet zichzelf, druk pratend achter de kar de vliegveldhal uit lopen, naar buiten. De kinderen zo moe na die lange reis, weer bovenop de bagage. Stil en een beetje verdwaasd keken ze om zich heen. Opeens voelde ze de vertrouwde Hollandse wind die over haar gezicht streek. Zoiets gewoons. Een traan rolde langzaam over haar wang.
Op hetzelfde moment bleef de kar steken tussen een paar stoeptegels en voor ze iets kon doen, zag ze de kinderen als in slow motion links en rechts van de kar afrollen, gevolgd door tassen en koffers. Het geluid liep ook in werkelijkheid niet synchroon met het beeld, maar kwam iets later en met volle kracht. Het stereo-gebrul was niet van de lucht.
Een beetje wrijven en aaien, een beetje afkloppen, kusjes erop en over. En maar weer stapelen.
Toen ze een gesmoord geluid naast zich hoorde, was haar eigen lach ook omhoog geborreld. Haar vader en zij, ze hadden dezelfde humor. 

"Welkom in Nederland kind!' zei hij droog.
Nou ja en voor ze het wist, waren ze hier in Arnhem bij hem ingetrokken. Haar vader had een groot hart en een ruime flat.

Ze pakt de tas verder uit. Ditjes en datjes, wat autootjes, een beer, een sarong, Niks bijzonders, en de herinneringen komen mee. Buiten blijft het maar regenen.

Een dag later schijnt de zon. De mist van weemoed en melancholie is opgetrokken. Nauwelijks merkbaar blaast de wind. J.tje haalt zijn nieuwe autootje uit zijn broekzak.

"Als we weer in Indonesië zijn, laat ik dit aan papa zien" zegt hij.
Ze weifelt, maar zegt niets. ‘Het is tijd om ze te vertellen dat we niet teruggaan’, denkt ze.
"Ik wil ook wat meenemen naar Donesië" zegt A-tje..
"Natuurlijk," antwoordt ze gedachteloos. In haar hoofd is het een chaos. Hoe moet ze hen dit zeggen? Wie kan nou weten wat de goede woorden zijn? En wie kan weten wat de goede beslissing is voor haar kinderen?
De zandloper van haar tijd in Indonesië is helemaal leeggelopen. Het laatste beetje zand is in een slaapkamer in een flat in Nederland terechtgekomen.
's Avonds als ze de kinderen in bed legt, valt A-tje direct in slaap en ziet eruit als een mollig engeltje. J-tje geeft mama nog een kusje en fluistert "Selamat tidur". Even blijft ze naar haar twee mooie indokinderen staan kijken. Juist als ze zachtjes de slaapkamer uit wil gaan, ziet ze in haar ooghoek de bruine beer van de kast onder de deken van J-tje verdwijnen. De beer die hij niet meer wou vasthouden, omdat hij er te groot voor was.

 

 

 

23-07-2014

©vanrijn-stroomt-over

Bewerkt 25-05-2019

 

 

 

 

----