STAMBOOMPJE

Tussen twee werelden

 

J. is het huis uit. Hij woont nu op zichzelf. En dat werd tijd.

Het heeft even geduurd voordat hij ook zijn laatste spullen heeft overgehuisd.
Er blijft een doos achter. Ik heb er door de jaren heen van alles ingedaan.
Hij ziet het nut niet in van al die dingen waar je verder toch niets mee doet. Het neemt alleen maar plaats in en hij houdt juist zo van ruimte en ordening.
Hij houdt ook van weggooien. En hij is rigoureus. Ik heb soms nog wel eens dingen uit het afval gered. Want ik ben juist van de herinneringen en alles kan daarbij een hulpmiddel zijn voor mij, de vergeetachtige. Een doorn in het oog van J.
Na jaren in een rommelig huis te hebben moeten leven - mijn huis - is hij nu heel blij met zijn eigen strak ingerichte ruimte.

Behalve van de ruimte en de orde is hij ook van de structuur en de regelmaat.
En dat voor een kind dat zo ongeregeld moest  opgroeien.
Het begon al als baby. Nederland en Indonesië beten elkaar behoorlijk in de staart. Ik als echte Hollandse, wilde een schema voor het voeden en slapen van mijn baby, want dat had hij nodig. En ik ook. Maar tantes en ooms en neven en nichten en hulpen hadden hier geen boodschap aan en gooiden iedere keer weer roet in het eten. Elk van mijn schema’s was gedoemd te mislukken en werd gesmoord in de alomtegenwoordige, allesoverheersende liefde voor kinderen. En liefde uit je dan weer vooral door middel van eten en snoep.
Als het kind naar eten wijst, geef je het eten. En als het kind gaat huilen, leid je het af met eten. Als het kind niet wil slapen dan haal je het uit bed en ga je er – soms  uren - mee rondlopen. Zucht.
En er is er altijd wel iemand die met je kind kan rondlopen. Want alleen thuis zijn, het bestaat in Indonesië niet. Maar ik - de Hollandse - wilde juist graag af en toe alleen zijn, thuis, met mijn kind. Ik had privacy nodig.
En daar zat ik dan alleen thuis, met een almaar huilend kind. Een kind dat helemaal in de war was. dat wel en niet wilde drinken, dat wel en niet wilde slapen. Waar ik naast moest liggen, of dat bezig gehouden moest worden of rondgedragen en wel door mij. net zo lang tot het sliep. En dat wakker werd zogauw ik opstond om iets te gaan doen.

Vandaag ga ik eindelijk die doos openmaken en alles bekijken en een beetje zwelgen in het verleden. Zijn verleden.
Bij het eerste het beste knutseltje, te weten zijn allereerste werkje op een school in Nederland, droom ik al weg naar het verleden. Ik ontmoet weer het kind dat hij was.

Het is twintig jaar geleden. J. is net 5 jaar. Het waren ook voor hem en A-tje roerige tijden geweest. Onze verhuizing vanuit Indonesië, middenin de Nederlandse zomervakantie. Het achterlaten van veel .....
Bij opa gaan inwonen. Alleen nog maar Nederlands horen, terwijl hij en zijn kleine zusje vooral Indonesisch praten. Het andere weer, het andere eten, de andere mensen. Alles, alles is anders.
En dan is de vakantieperiode voorbij. We zijn al wezen kijken bij een school in de buurt van opa's huis en wij vinden alles er zo kleurig en fleurig uitzien, vergeleken met zijn Indonesische schooltje; de lokalen, de kasten, het speelgoed.
Wat een cultuurshock, wat een totale verandering moet dit voor hem zijn geweest.
Hij, die tot voor kort op een islamitische kleuterschool in het centrum van Bandung zat. Een Taman Kanak Kanak (TK kecil) vlakbij ons huis. Met de naam 'Bloemknop van de Hoop' ofwel 'Kuncup Harapan'.
Alles zag er grauw en versleten uit. De kinderen moesten - zoals in heel Indonesië - uniformpjes aan, met een soort petje op. De kleuters in wit met rood, de kleuren van de Indonesische vlag.
Iedere ochtend vroeg, bracht ik J met de betjak naar het schooltje. Zijn kleine zusje ging dan ook mee. Dat was voor half 8, als ik het me goed herinner.
Een aftands gebouwtje tegenover een begraafplaats. Een paar kleine lokaaltjes, een keukentje en wat hurkwc’tjes. Een plaatsje om buiten te spelen. Dat was het wel.
Op vrijdagochtend hadden de kleuters islamitische les. Korantekstje opdreunen, op de maat van een tikkende lineaal. Door het glas bovenin de deur keek ik een keer stiekem mee. Ik zag toen dat hij zijn mond stijf dicht hield, en met gebogen hoofdje ongemakkelijk om zich heen keek. Was dit wel echt?
Dit werd direct gesignaleerd en dan kwam er een aardige juf bij zijn tafeltje staan meetikken in de maat, om hem op weg te helpen.
Ik herkende zijn gevoel helemaal. Want met enige regelmaat kwam er onder schooltijd een jonge man van de moskee uitleggen hoe wij, als moeders, moesten leven. En dat leek aardig op hoe de vrouwen in Nederland in de jaren 50 moesten leven. Het kwam erop neer dat wij altijd moesten doen wat onze man ons opdroeg. 'Want hij, die het hoofd van het gezin is, weet wat het beste.is'. Zei de jongen.
Net als J. in de klas keek ik vol onbegrip om me heen. Was dit wel echt?

 

In Nederland was het anders. Wat een opluchting.

En dit hier, in mijn hand, is zijn allereerste knutseltje op de basisschool in Arnhem. 'Mijn Familie' heet het. Een prikwerkje van een kale boom met takken, waar foto's aan hangen. Hij heeft het voor een vijfjarige ongelooflijk precies en netjes uitgeprikt en opgeplakt. De stamboom van J.  Begrijpelijk voor een kleuter. Met foto's van J, zijn kleine zusje, zijn moeder, zijn vader, zijn twee opa's.
Als start van het nieuwe schooljaar vond de juf dit waarschijnlijk een leuke manier om iets van elkaar en van elkaars familie te weten te komen.
Ik zie nog voor me hoe het werkje aan de waslijn in de klas hing. En hoe ik een letter M in een P heb veranderd.
J. zelf, een beetje schuchter kijkend, als tweejarige bij mama op schoot, gefotografeerd door een echte fotograaf in Bandung. Mama heeft er een piekerige bob en draagt een blouse met een schreeuwend patroon, modern in die tijd, in dat land.
Op een andere foto is alleen A-tje, het kleine zusje te zien, op het bordes van ons huis achter jalan Cibadak. Strepen zon vallen door de zonwering heen op de gladde bruine tegels. Witgekalkte muren, waar je de tjitjaks zo goed op kon zien.
Zij draagt alleen een kort broekje dat net onder haar bolle buikje blijft hangen. In haar handjes een kartonnen uitklapboekje. In een hoek van de foto zie je een stukje van een gemakkelijke stoel. Daar zat ik overdag graag, na gedane arbeid, als de kinderen voor de deur aan het spelen waren. Soms met vriendjes uit de omliggende kampung. Die vonden het hier heel spannend, met al dat speelgoed en dat lawaaierige hondje. In de hoek een sapu lidih, een Indonesisch bezempje.
Onder foto drie staat geschreven 'opa en oMa'. Door de M in oma heen had ik een hele dikke P geschreven. De juffrouw had niet goed gekeken. Degene met het hemd en de lichtblauw-en-rosegekleurde kleding was geen vrouw, maar ook een man. Met een hele foute sarong aan. Het was natuurlijk helemaal niet vanzelfsprekend om een familiefoto in te leveren waar een Nederlandse en een Indonesische opa samen op staan, met een arm om een schouder. De opa's zitten op rotan stoelen aan een rotan tafel met een glasplaat, ooit het Indonesische huwelijkscadeau van mijn Nederlandse vader en wat familie en vrienden.
Op tafel staan koffiemokken en een grote pot met koekjes (vroeger in Indië stopfles geheten). We zien een landschapje aan de muur en een stukje van een mand met strijkgoed.
Zie daar de huiskamer van ons vorige huis, toen alles nog in orde was.
Dan nog een foto van mama en een foto van papa. Ieder apart op zijn eigen pasfoto.
Zie hier de naaste familieleden van J.
Mama, papa, A-tje, opa Indonesia en opa Belanda,
Een lege plek waar de oma's horen.

En nu - vele jaren later - zijn de opa's er ook niet meer.
Wij zijn er nog wel. Een Nederlands takje voor stamhoudster M met haar twee loten J en A. Die goed gedijen aan een boom met wortels in Nederland, het moederland. Hier is hun thuis. Mogelijk komen er op een keer nieuwe takjes bij.
Maar ook in het vruchtbare land van hun vader heeft de stamboom wortels.
Aan die kant begint de boom zelfs helemaal over te hellen. Want er is daar een wirwar van takken en takjes ontstaan terwijl wij weg waren.
Het resultaat is een enorme topzware stamboom.
Het is voor J en zijn zusje A voelbaar dat Indonesië trekt aan ons Nederlandse takje. En dat wordt vast alleen maar erger.
'Mijn Familie'.
Wat dat echt betekent, ligt nog verborgen in de toekomst.

 

 

----


 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb