PATROON

Bandung 1987

  

Na lang zoeken had haar vriend R een huis voor hen gevonden in Bandung. Tot dan toe hadden ze samengewoond met een deel van zijn grote familie, maar zo zag zij met haar westerse maatstaven het leven niet precies voor zich.

Het was mooi dat het huis vrijkwam, juist op het moment dat haar vader uit Nederland arriveerde. Over gastvrijheid bestond in Indonesië geen enkel misverstand, dus papa kon direct blijven logeren. Gelukkig was hij een geboren klusser en vond hij het fijn om zijn dochter te helpen in haar nieuwe huis. Daarna was hij een tijdje vertrokken naar de een of andere toeristische plek, want hij maakte de verre reis naar dit geliefde land heus niet alleen voor zijn dochter.

Zijzelf was nog wel een tijdje zoet met de schoonmaak en de basale inrichting. Ook vandaag ging ze weer opgewekt aan de slag met krabber, emmer en borstel. Het water in het pannetje op het gasstel kookte. Tijd voor een koffiepauze. In haar eigen huis. Ze vond het heerlijk om even alleen te zijn. R daarentegen helemaal niet. Ze verdacht hem ervan dat hij stiekem bang was als hij eens alleen thuis was. Als er geen andere mensen aanwezig waren , kregen de geesten wellicht teveel ruimte. In Indonesië woon je nooit alleen.

Ze deed een schep koffie in een glas, schonk het vol, roerde, wachtte en roerde. Het was een heel ceremonieel, maar het luisterde nauw met die kopi tubruk*. Als je ongeduldig was, kon de eerste opwekkende slok gemakkelijk ontaarden in een mondvol drab. Ze roerde nog een keer flink en nam het glas toen mee naar de zithoek.

De koffie was perfect. Tevreden leunde ze achterover in de oude fauteuil. Haar ogen gleden door de kamer, langs de grauwgele tegels op de vloer, langs de muur met een stuk eruit en bleven toen rusten bij het opengeslagen tijdschrift op de lage tafel. Haar vader had het voor haar meegebracht uit Nederland. Peinzend keek ze voor de zoveelste keer naar de glanzende afbeelding van het modieuze rode pakje. Tegendraads sprak het haar aan vanuit het damesblad.

    “Ja, ik wil,” zei ze hardop terug en schrok er zelf van.

     ‘Heb jij’, zei een stemmetje in haar hoofd, ‘niet jarenlang lopen beweren dat je nooit zou trouwen?’

Ze schudde geïrriteerd haar hoofd, maar het kwaad was al geschied.

     ‘Wat is er met je geëmancipeerde Hollandse ideeën gebeurd?’ zeurde het stemmetje verder.

Voor ze het wist, zat ze excuses te verzinnen, want die waren er genoeg. Samenwonen paste wél in haar voormalige Nederlandse wereldbeeld maar zo’n groot verschil was er toch ook weer niet tussen samenwonen en trouwen? Het Nederlandse woord ‘samenleven’ was hier wel bekend, maar het werd uitgesproken met een hoog olala-gehalte. Het klonk bijna als een vies woord. In dít land lag alles anders en in een dergelijke onbetamelijke situatie - zonder officiële trouwpapieren - zou het Kantor Immigrasi* haar nooit van zijn leven een verblijfsvergunning verschaffen.

Praktische overwegingen gaven de doorslag. Ze had eigenlijk ook geen keus, als ze hier wilde blijven. Trouwen dus, maar dan wel eenvoudig en ook een beetje tegendraads, want ze wilde zich de wet niet helemáál laten voorschrijven. Voor haar geen klassieke witte bruidsjurk en ook geen traditioneel Soendanees trouwkostuum. Geen sprake van. Dit rode pakje daarentegen zou heel goed kunnen. Met een strakke rok en een mooi oversized jasje was het helemaal volgens de laatste mode in Nederland. Het was gewoon geknipt voor haar trouwdag. Had ze niet pas nog gehoord dat Indonesische kleermakers alles wat je maar wilde feilloos konden namaken, zonder patroon?  

Tussen ronkende minibussen door nam haar aanstaande haar mee naar een pijpenlaatje van een winkel. Het was vlakbij, aan de centrumzijde van het Centraal Station van Bandung. Je kon er je kont niet keren tussen de antieke Singer-naaimachine en de rollen stof, maar de kleine tukang jahit* wist toch snel en handig haar maten op te nemen om zich direct te verzekeren van dit nieuwe klusje. Een patroon had hij niet nodig, hij zei het echt. Hij kon het pakje zonder problemen van de foto namaken. Fluitje van een cent.

Helaas bleek katoenen stof van het juiste rood hier niet populair. Die was in ieder geval nergens verkrijgbaar. Het lavendelblauw dat ze na lang zoeken op de markt vond, voelde toch een beetje braaf, als tweede keus. Toen ze de stof bij de kleermaker bracht, ging hij direct met schaar en spelden aan de slag. Bij het passen loerde gevaar, want spelden konden prikken en objecten stonden in de weg. Naaimachine, spiegel, rollen stof, de kleermaker zelf, ze stootte bijkant overal tegenaan. Dit winkeltje was niet berekend op haar westerse afmetingen.

Die week moest ze nog een paar keer komen passen en voilà, klaar was haar trouwpakje. Voordat ze het goede bericht zelf ontving, gonsde het al heen en weer door de straten, want alles werd scherp in de gaten gehouden en becommentarieerd door geïnteresseerde buurtbewoners.

De kleermaker ontving hen glunderend. Ook R was benieuwd. Snel trok ze het aangereikte rokje aan. Dat zat wel goed, evenals het bijpassende dunne bloesje.

     “Het is echt een keurig net pakje geworden”, zei de man trots, want zie-je-wel hij verstond zijn vak.

Terwijl hij op zijn tenen nog iets verschikte bij haar schouders, knikte hij tevreden.

     “Ja, véél beter dan op het plaatje”.

R glimlachte goedkeurend. Ze draaide zich verwachtingsvol om naar de spiegel. Het duurde even voor ze besefte wat haar ogen zagen. Geschrokken begon ze te huilen. De kleermaker en haar aanstaande keken gegeneerd weg. Teleurstelling en gezichtsverlies streden zwijgend om ruimte in de atmosfeer. Gekleed in een bescheiden lavendelblauw pakje stond zij er middenin en keek met betraande ogen naar zichzelf. Het modieuze oversized model was met een scherp Indonesisch kleermakersoog vakkundig gedownsized, oftewel om zeep geholpen. Zo zag ze het.

Nog dezelfde dag fabriceerde de kleermaker een ander jasje voor haar, maar wonderbaarlijk genoeg was het resultaat weer precies hetzelfde. Ze gaf het op. In een wolk van uitlaatgassen en onbegrip verliet ze het pandje. 

De trouwdag naderde met rasse schreden.

 

In een lavendelblauw pakje, dat niets tegendraads meer had, maar dat haar precies paste, ging ze haar huwelijk tegemoet. Een huwelijk met een man die niet voor haar gemaakt was. Een huwelijk dat haar niet zou passen.

 

Opnieuw geplaatst

11 maart 2017

 

kopi tubruk: (spreek uit: toebroek):

Koffie, gezet op de Indonesische manier: 

Doe een grote schep gemalen koffie in een glas. Schenk het glas vol met kokend water. Laat de koffie even trekken. Roer flink door. Wacht tot de koffie naar de bodem is gezakt. Roer nog een paar keer. 

LET OP: Drink de eerste slok pas als alle koffie naar de bodem is gezakt.

Kantor Immigrasi: Immigratiekantoor

tukang jahit: Kleermaker

 

 

 

_ _ _ _

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb