4 LEVEN

 

De ene of de andere buldog. 

 

Eindelijk weer eens wandelen zonder jas. Op de dijk. Je kunt met dit mooie weer gewoon niet binnen blijven.
De natuur komt helemaal tot leven. En de vogels zijn niet te missen. Overal vogels, uitzinnig van levensdrift. Er wordt genesteld, gepaard, gelegd, gebroed, gevoed en gekwinkeleerd.

Ik loop op mijn gemak een tijdje rond te kijken.
Daar zie ik een man. Geen gewone man. Het is het baasje van een hond. En niet zomaar een hond. Een blije buldog. Zo interpreteer ik tenminste zijn hondenbewegingen.

Een buldog! Mijn aandacht is meteen getrokken.
Het beest is vol leven, net als de vogeltjes. En zo loopt hij ook. Als een dikke, lompe vogel. Maar zonder getsjielp, gejubel en getwiedel.
Hij rent niet zozeer, hij danst met zwiebelende poten. Dijk op en dijk af, zwaarvoetig en in zijn eigen tempo. Niet gehinderd door een baas met haast. Relaxt doet hij een plas, loopt een stukje, snuffelt wat, loopt een stukje en kijkt een beetje rond. Ik geniet gewoon met hem mee. Het gras, de zonnestralen, het vleugje wind, de beweging. Not a worry in the world.
Uit de verte roept De Baas.
‘Vooruit dan maar!’ lijkt het beest te denken,. Hij rent weer een stukje op zn buldogs. Poten zwiebelend, alle kanten uit.

Baas roept en roept weer. Hond rent, hobbelt, en slentert. Hobbelt, rent en slentert. Doet een hoopje. Enzovoorts en zo verder.
De baas heeft er nu schoon genoeg van. Hij komt helemaal teruglopen, Met de riem in de hand.
"Hij heeft nog geen zin hè," zeg ik.
"Tja, je moet geduld hebben met zo n beest."
Al gauw zijn we in een geanimeerd gesprekje gewikkeld over onze gemeenschappelijke interesse.
"Het is een Amerikaanse," antwoordt hij op mijn vraag.
"Oh, hij leek ook al zo hoog, voor een Engelse buldog. En zijn poten zwiebelen de hele tijd heen en weer. Is dat wel normaal?"
"Hij is nog jong, pas 16 maanden."
"Haha, vandaar."
Behalve het hoogteverschil zie ik hier een kopie van Chubby, mijn geliefde familielid in Rotterdam. Eveneens vol leven. Dus ik mag over dit onderwerp best een woordje meepraten.
We wisselen wat ervaringen uit.
"Eigenwijs zijn ze, he?"
"Jaa, een eigen willetje. Hij doet alles in zijn eigen trage tempo. Je moet geen haast hebben."
"En lief!"
"En grappig!. Je lacht je rot."

Daar weet ik inderdaad alles van.
We eindigen met een lofzang op deze buldog, op die van mijn dochter en schoonzoon en op alle buldoggen in het algemeen. Want hier scheiden onze wegen. Hij moet de dijk af, met zijn fantastische, lieve, leuke, grappige, eigenwijze hond.
Ik wandel verder, met in mijn gedachten die andere, nog leukere, lievere enzovoort hond, Chubby.
Mijn dag is goed.

 

 26 april 2015

 

----